Trainer Communicatie bij LVE
"Elke dag is anders. Bovendien deel ik mijn dagen met mensen die het interessant vinden wat ik zeg en dat is heel bijzonder. Ik leer ze echt iets."
Stijn Schetters, trainer
Als trainer inspireer, boei en overtuig je cursisten om anders te schrijven en te spreken.
En maak je het leren leuk. Want leren gaat beter als je plezier hebt. Of het nu een klassikale training is, een e-learning of een game.
Wil je meer weten over deze functie?
Bekijk het filmpje. Lees de blog en doe de test. Veel plezier!
Heb je hierna nog vragen? Bel gerust met Eveline van de Heg: (0318) 69 69 00.
Trainer bij LVE
“Ik deel mijn dagen met mensen die het interessant vinden wat ik zeg. Dat is heel bijzonder!” Peter Oldenhuis, trainer
Wat voor soort trainingen geef je als trainer bij LVE? Bij wat voor klanten? In welke delen van het land? Hoe bereid je een training voor? En heb je vaak te maken met vervelende cursisten? Als je interesse hebt in een functie wil je wél weten waarop je precies solliciteert. Om je een goed beeld te geven, vroegen wij LVE-trainer Peter Oldenhuis naar zijn ervaringen.
Wat doe je allemaal als trainer?
“Natuurlijk geef je trainingen :). Maar er komt ook voorbereiding en nazorg bij ons werk kijken.”
Hoe bereid je een training dan voor?
“Het begint bij de briefing die we van de adviseur krijgen over het traject dat hij geadviseerd heeft. Hoeveel trainingen gaan we geven? Trainen we iedereen in de organisatie of alleen een deel? Volgen de cursisten ook een e-learning? Waarom wil de organisatie een training organiseren? Dat is mijn startpunt. Vanuit daar verdiep ik me verder in de organisatie. En in de intakevragen en/of teksten die cursisten ingevuld en ingestuurd hebben. Die gebruik ik namelijk om de training helemaal op maat te maken.”
En wat bedoel je met nazorg?
“Als nazorg zet ik al het trainingsmateriaal online en geef ik aan wie er bij de training aanwezig waren. Daarnaast vertel ik de adviseur hoe de training is gegaan. En ik geef cursisten vaak via een filmpje nog feedback op het werk dat zij insturen na de training. We noemen dat e-coaching. Voor die filmpjes moet ik vaak wel even over een drempel heen, want ik ben niet dol op de camera. Maar als ik daar eenmaal overheen ben, is e-coaching leuk, omdat ik er altijd zulke leuke reacties op krijg van cursisten. Ze vinden het heel persoonlijk om een filmpje te krijgen.”
Wat voor trainingen geef je bijvoorbeeld?
“Ik geef zelf vaak schrijftrainingen over alle tekstsoorten die je maar kunt verzinnen: brieven en e-mails, webteksten, persberichten, raadsvoorstellen, rapporten, offertes, artikelen, enzovoort. Die trainingen vind ik het leukst om te geven en die liggen me ook het beste. Maar er zijn ook trainers die juist liever mondelinge trainingen geven. Denk aan trainingen over gesprekken voeren, presenteren en feedback geven. Dus dat kan ook!”
Hoe vaak per week train je ongeveer?
“Ik train zo’n 2 tot 3 dagen per week. En de rest van de dagen bereid ik de trainingen voor. Daar gaat ook best wat tijd inzitten doordat we alle trainingen op maat maken. Voor iedere training maken we een ander draaiboek met andere voorbeelden, verhalen en herschrijvingen van de teksten die cursisten insturen.”
Bij wat voor organisaties train je bijvoorbeeld?
“Ik train het meest bij gemeenten, waterschappen, provincies, woningcorporaties, banken en verzekeraars. Vroeger trainden we door het hele land. Dan moest je weleens 5 uur rijden (heen en terug) en 7 uur trainen. Tegenwoordig werken we meer regionaal. Ik woon zelf in Utrecht en train ook het meeste in die regio. Soms kan het niet anders hoor en train je toch nog ver van je huis. Maar je kunt er bij lange afstanden dan wel voor kiezen om in een hotel te slapen.”
Hoe ziet een trainingsdag er in het kort uit?
“De wekker gaat vróég! Meestal rond 6.00 uur. Je eet snel een ontbijtje en gaat op pad. Ik reken meestal 1,5 keer de reistijd. Zodat ik mooi op tijd ben: half 9 bij de klant. Op die manier heb ik nog genoeg tijd om de ruimte helemaal in orde te maken. Stel je voor dat je apparatuur niet goed werkt. Dan is dat halfuurtje echt een uitkomst! Daarna komen de cursisten binnen en geef ik de training. De ene keer duurt een training de hele dag en lunch ik met de cursisten. En de andere keer geef ik na de pauze een training aan een andere groep en lunch ik even alleen. Om 17.00 uur ruim ik zo snel mogelijk mijn spullen op en schiet ik mijn auto weer in. Heb ik de volgende dag weer een training? Dan kijk ik daar thuis nog even naar. Heb ik die volgende dag een kantoordag? Dan stuur ik nog even een evaluatie naar de adviseur en plof ik daarna lekker op de bank met mijn voeten omhoog.”
Krijg je vaak weerstand van cursisten?
“Als ik eerlijk ben: ja! Iedereen heeft leren schrijven op school en bijna iedereen heeft dat anders geleerd dan hoe wij nu vertellen dat het moet. Dat vereist echt even een omschakeling. De meeste cursisten schrikken daar een beetje van. Maar persoonlijk vind ik dat wel fijn. Want de mensen die aan het begin weerstand hebben, zijn nadat je ze weet te overtuigen juist vaak het meest enthousiast over de training. En dat voelt goed, omdat ik weet dat ik bij die mensen echt iets heb toegevoegd. Eigenlijk vind ik weerstand dus alleen maar leuk. Vooral omdat ik mensen 99% van de tijd mee krijg!”
Wat vind je het leukste aan jouw baan?
“Ik heb hiervoor ook weleens een kantoorbaan gehad en als ik dat met deze baan vergelijk, merk ik echt hoe leuk ik de afwisseling als trainer vind. Elke dag is anders. Bovendien deel ik mijn dagen met mensen die het interessant vinden wat ik zeg en dat is heel bijzonder. Ik leer ze echt iets. Na een trainingsdag kan ik ook weer extra genieten van kantoordagen waarop ik collega’s spreek. Daarnaast is het heel fijn dat ik zelf mijn tijd in mag delen. Al bereid ik een training midden in de nacht voor. Dat maakt niet uit, als het maar gebeurt. Ik ben blij met die vrijheid!”
Wanneer ben je volgens jou geschikt als trainer?
“Je moet een beetje lef hebben, want je staat toch iedere dag voor nieuwe mensen en nieuwe situaties op nieuwe plekken. Maar toch ook alleen kunnen zijn, want je moet het trainen wel alleen doen. Jij staat voor de groep. Je moet met mensen om kunnen gaan. Van afwisseling houden. Toegankelijk zijn. Overtuigend zijn. En vroeg op kunnen staan ;-).”